Delen

Een leraar wiskunde probeert de leerlingen te leren hoe we een breuk moeten delen door een getal.

“Als ik een biefstuk in twee even grote stukken snijd, wat krijg ik dan?” “Twee helften”, is het goede antwoord.

“Als ik nu elke helft in twee even grote stukken snijd, wat krijg ik dan?” “Vier vierden”, antwoordt Pieter correct.

“Als ik nu elk vierde opnieuw in twee even grote stukken snijd, wat krijg ik dan?” “Acht achtsten”, antwoordt Mathilde correct.

“Als ik nu elk achtste opnieuw in twee even grote stukken snijd, wat krijg ik dan?” “Gehakt”, roept Gregory.

(uit Argument 3. Getallenleer, ISBN 978-90-4553725-2)